Vorige aflevering | Search TidBITS | Volgende aflevering
TidBITS English | TidBITS Nederlands
De Nederlandse editie van TidBITS is een letterlijke vertaling van de oorspronkelijke Engelse versie. Daarom is het mogelijk dat een deel van de inhoud niet geldt in bepaalde landen buiten de VS.
Er is ook een iPhone-versie van TidBITS-NL op <nl.tidbits.com/TidBITS-nl-1163i.html>
En als je de volgende koppeling opneemt als bladwijzer in Safari op je iPhone, iPad of iPod touch, heb je altijd de nieuwste aflevering:
<nl.tidbits.com/TidBITS-nl-i.html>
Dit nummer werd uit het Engels vertaald door:
Verder werkten mee:
Vind je het gegoochel met gebruikersnamen en wachtwoorden op websites frustrerend? Ik zeker, met dank aan meer dan 300 web-accounts verzameld in de afgelopen tien of meer jaren. Gedurende die tijd zijn de aanbevelingen voor veilige wachtwoorden aanzienlijk veranderd, en zowel de kans op problemen als het risico van gecompromitteerde accounts is dramatisch toegenomen. Het is om gek van te worden, en eerlijk gezegd ook een beetje eng. Zeker na de veel gepubliceerde hacking vorig jaar van Mat Honan, schrijver voor Wired ("Kijk naar TidBITS Presents "Protecting Your Digital Life"", 22 augustus 2012), en dat bovenop de diefstal van wachtwoorden van grote spelers als Yahoo, Twitter, en Facebook.
Gelukkig heeft Joe Kissell de handschoen opgepakt, en in zijn laatste boek, het 88 pagina's lange "Take Control of Your Passwords", beschrijft hij op een nuchtere manier een veilige, betrouwbare strategie die je zonder veel omhaal kunt toepassen. Maar in plaats van er hier meer over te schrijven, vonden we het leuker om onze vrienden Snaggy en Nitrozac van de Joy of Tech een speciaal stripverhaal "Joe of Tech" te laten maken (klik erop om te openen).
Nog beter (alsof er iets beters zou kunnen zijn dan een aflevering van Joe of Tech!): Joe heeft deze korte introductie-video gemaakt. Die laat op een humoristische manier de problemen zien die Joe helpt op te lossen in "Take Control of Your Passwords". Dat wil zeggen, tenzij je een Commodore 64 gebruikt.
Tenslotte willen we iets herhalen dat wij in 2003 deden bij de uitgave van onze eerste publicatie (Joe's "Take Control of Upgrading to Panther"): als je dit e-boek nuttig vindt, schrijf ons dan over jouw ervaringen. Bijvoorbeeld hoe je slechte wachtwoord-gewoontes wist te overwinnen of hoe je een uitdagend wachtwoordprobleem hebt opgelost. (Sluit gerust een foto van jezelf wilt bij, wellicht met een narrige 'oom' die je met advies uit het boek hebt geholpen!) We zetten de interessantste en creatiefste reacties op de Take Control-website, en één keer in de maand (gedurende de eerste drie maanden na publicatie) zal Joe zijn favoriete verhaal kiezen en krijgt de gelukkige lezer een voorraad van zijn fameuze zelfgemaakte koekjes met stukjes chocola toegestuurd. Foto's van en ervaringen met de koekjes zijn natuurlijk eveneens welkom!
Lees reacties op dit artikel of plaats er een | Tweet dit artikel
Terwijl we interne discussies voerden die leidden tot twee artikelen in de TidBITS-editie van vorige week ("Mailbox voor iPhone vereenvoudigt prioritering van berichten maar mist essentiële functies" (22 februari 2013) door Josh Centers en "Het is jouw schuld, niet die van e-mail" (23 februari 2013) door Joe Kissell) begon ik me af te vragen hoe mijn TidBITS-collega's eigenlijk omgaan met hun e-mail. Het was een gekke gedachte, omdat ik dagelijks, soms wel elk uur, met deze mensen e-mails uitwissel, maar ik zie alleen hun reacties, niet hoe ze met mijn inkomende berichten omgaan, laat staan met de grote stroom van andere berichten die elke dag arriveren.
Daarom vroeg ik in de redactievergadering van deze week aan Joe Kissell, Jeff Carlson, Michael Cohen en Tonya Engst of ze e-mail stressvol vinden, wat hun standaard e-mailstrategie is en hoe ze iOS-apparaten integreren in die strategie (en ik deelde mijn aanpak ook met hen). Een paar interessante conclusies:
Niemand, uitgezonderd misschien Tonya, raakt erg gestrest door e-mail en Tonya formuleerde haar antwoord heel zorgvuldig door op te merken dat het niet zozeer e-mail is die bij haar stress veroorzaakt, als wel het feit dat er in het algemeen simpelweg te veel is om te lezen, te kijken en te doen. Als drager van nog meer informatie kan e-mail soms de focus worden van die stress.
We keken ook naar hoeveel e-mailberichten er in ons Postvak In blijven staan. Hoewel hij geen voorstander is van de Inbox Zero-benadering, had Joe slechts een enkel bericht in zijn postvak, terwijl Jeff er bijna 200 had, Michaels postvak er meer dan 900 bevatte, Tonya hem nog iets overtrof met 1100 en ik "won" doordat ik tienduizenden berichten in mijn postvak heb (maar dat komt doordat ik geen reden zie om Gmails Inbox-label van berichten te verwijderen en in plaats daarvan berichten als ongelezen markeer als ik er nog iets mee moet doen).
Ik was benieuwd om te zien wat nu eigenlijk de verschillen waren in hoe we e-mail benaderden, waarbij sommige mensen van alles filteren en hun postvak schoon proberen te houden, terwijl anderen e-mail meer als een stroom van informatie beschouwen die niet opgeborgen hoeft te worden om later teruggevonden te kunnen worden.
Voor sommigen van ons is het eerste dat ze 's ochtends doen het lezen van hun e-mail op een iPhone of iPad, soms zelfs als ze nog in bed liggen of tijdens het ontbijt. Hoewel het niet mogelijk is om alles af te handelen als je niet achter de Mac zit, kan het een prettige manier zijn om snel door de gemakkelijke dingen heen te gaan.
Uiteindelijk kwam ik tot de constatering dat geen enkele app of techniek die belooft de overbelasting aan e-mail op te lossen in staat is om iedereen te helpen, aangezien we allemaal verschillende behoeften en geaardheden hebben. Desalniettemin, stem af en wellicht kun je wat tips oppikken die je zullen helpen om je e-mail onder controle te krijgen! En wanneer je een e-mailstrategie hebt die voor jou werkt, laat het ons dan weten in de reacties.
(Vergeet niet dat je niet per se de video hoeft te bekijken; je kunt op de koppeling "Listen" bovenaan de webpagina van het artikel klikken om naar de audioweergave te luisteren of je abonneren op de TidBITS-podcast zodat deze automatisch gedownload wordt naar iTunes of je favoriete podcast-app.)
Lees reacties op dit artikel of plaats er een | Tweet dit artikel
Waarom zou een bedrijf zijn klanten oproepen om zijn nieuwste product niet te downloaden? Omdat in die versie een vervelende fout zit die niet snel gerepareerd kan worden.
Op 27 februari 2013 gaf Amazon versie 3.6.1 van zijn Kindle-app uit, om gebruikers vervolgens snel aan te bevelen de update niet toe te passen vanwege een "bekend probleem met deze update".
De update dwong je om in te loggen in je Amazon-account, waarna alle boeken van je apparaat werden verwijderd, om vervolgens bij het opnieuw downloaden alles als nieuw te markeren. De laatst gelezen pagina in de boeken bleef echter wel bewaard.
De volgende ochtend verscheen update 3.6.2 waarin het probleem verdwenen was. Als je wel had geüpdatet, maar de app nog niet geopend, dan kun je 3.6.2 installeren en is er geen probleem.
Hoe kan dit gebeuren? Als een bedrijf een update indient bij Apple voor publicatie in de App Store, moet het wachten op goedkeuring. In dit geval slipte er een fout in het installatieproces doorheen, wat Amazon waarschijnlijk niet volledig heeft kunnen testen.
Maar als een update eenmaal bij Apple is ingediend, rest de ontwikkelaar niets anders dan het opnieuw aanmelden van een andere update die de fout hersteld. En die moet wederom worden goedgekeurd.
De enige andere actie die Amazon had kunnen nemen was om de publicatiebeschrijving aan te passen. En vervolgens te wachten totdat Apple de nieuwe versie goedkeurt. Helaas lezen eindgebruikers zelden de publicatiebeschrijving, hoewel de iOS App Store-app dat tenminste makkelijker heeft gemaakt op de iPhone. In een vroegere versie moest je precies op een minuscuul driehoekje "What's New" tikken, wat vrijwel onmogelijk was. Nu kun je overal op de naam van de app tikken om de beschrijving zichtbaar te maken.
Om de impact van soortgelijke fouten in de toekomst te verkleinen, zou Apple het makkelijker kunnen maken voor gebruikers om terug te gaan naar een voorgaande versie. Zoals Matt Neuburg heeft opgemerkt is handmatig terugschakelen mogelijk, vooropstaand dat aan een paar voorwaarden is voldaan: dat je apps updatet via iTunes-synchronisatie en dat je je prullenbak niet leeggooit na het updaten. Als dat zo is, dan kun je de vorige versie uit de prullenbak halen en verwisselen met de app in je map "Mobile Applications".
Maar als je het, net als ik, niet leuk vindt om badges te zien verschijnen op de App Store-icoon, weersta dan de verleiding om alles snel te updaten. Dit is niet de eerste keer dat er fouten zitten in updates, en het zal niet de laatste keer zijn.
Lees reacties op dit artikel of plaats er een | Tweet dit artikel
Het lijkt erop dat de woede over het excessieve mobiele datagebruik de afgelopen maanden is gekalmeerd, waarschijnlijk doordat Apple stilletjes een paar fouten oploste in iOS 6. Zelf heb ik geen losgeslagen dataverbruik meer opgemerkt sinds de update naar iOS 6.1 (zie "Het mysterieuze datagebruik van iOS 6: meer details", 24 oktober 2012). Maar ik durf te wedden dat er nog mensen zijn die er nog steeds last van hebben en die ofwel in stilte lijden ofwel zich erop hebben ingesteld (zoals door de mobiele verbinding handmatig in en uit te schakelen). Voor hen die nog steeds bezorgd zijn, is het goede nieuws dat de iPhone-app DataMan Pro, die mobiel datagebruik bijhoudt, weer in de App Store verschenen is (zie "Monitor het dataverkeer van individuele apps in iOS met DataMan Pro", 20 november 2012). De app is tijdelijk de helft in prijs gedaald, van $ 9,99 naar $ 4,99.
De geschiedenis van DataMan Pro in de App Store was niet zonder smetten. Hij is niet één-, maar tweemaal door Apple verwijderd nadat het aanvankelijk was toegelaten en prima verkocht. Het probleem is dat DataMan Pro dingen moet doen die Apple niet toestaat, met name in de achtergrond draaien en diverse interne logbestanden lezen. Apple verwijderde versie 6.1 van DataMan Pro uit de App Store omdat hij een voice-over-IP-functie bevatte (die in de achtergrond kan draaien) terwijl hij eigenlijk geen VoIP-programma was. Ja, het was een poging om om Apples beperkingen heen te werken maar elk systeem dat ontwikkelaars beperkt in het gebruiken van functies die de gebruikers willen, nodigt uit tot dit soort noodgrepen.
De nieuwe DataMan Pro 6.3 gebruikt een andere aanpak en het slechte nieuws is dat het niet kunnen gebruiken van de VoIP-truc betekent dat een aantal van DataMan Pro's waardevolste functies zijn verwijderd. Zo kan hij niet meer per uur, per dag of per week rapporteren: zowel het algemeen gebruik als dat per app is er alleen nog maar per maand. Over deze fijnmazigere manier van bijhouden vertelde Johnny Ixe van XVision, de makers van DataMan, mij:
"We moesten het weghalen om te voldoen aan de technische beperkingen die Apple ons oplegt. Daar we de VoIP-modus nu niet kunnen gebruiken, kunnen we geen betrouwbare statistieken per uur weergeven. Het dagelijks bijhouden is ook moeilijker geworden dus hebben we het maar weggelaten om bezwaren van Apple te voorkomen en DataMan Pro snel terug te krijgen. We hoopten dat Apple deze "minder gedetailleerde" app sneller zou accepteren. En we hadden gelijk: ze hebben DataMan Pro weer toegelaten. We hopen de dagelijkse statistieken in te toekomst weer terug te brengen".
Het andere probleem met de nieuwe versie is dat je DataMan Pro moet openen voor iedere herstart om nauwkeurige gegevens te behouden. Het openen na een herstart is niet nodig.
Een positief punt is dat DataMan Pro veel mooier is dan voorheen. Het heeft kleur-codes in het hoofdscherm die je in één oogopslag tonen of je gevaar loopt je maandelijkse databeperking te overschrijden. Het is niet zomaar een simpele groen-geel-rood codering: DataMan Pro's Smart Forecast functie kan voortdurend voorspellen hoeveel kans je loopt om binnen je toegewezen datalimiet te blijven, waarbij het rekening houdt met hoeveel je al hebt gebruikt en hoeveel dagen in de maand je nog over hebt. Dus als je 90% van je maandhoeveelheid hebt gebruikt maar slechts 1 dag te gaan hebt tot je nieuwe maand begint, blijft het groen om aan te geven dat je je geen zorgen hoeft te maken. Heb je echter al 90% verbruikt met nog 21 te gaan, wordt het rood om aan te geven dat je hoogstwaarschijnlijk over je limiet zult gaan.
Het naar boven vegen op het hoofdscherm roept een lijst op met details over het verbruik per app (alleen mobiel gebruik), en locatie-pinnetjes. De instellingen roep je op door in het hoofdscherm naar links te vegen.
Hoewel DataMan Pro 6.3 veel mooier is dan vroeger en één van de beste manieren is om het gebruik van het mobiele netwerk bij te houden op de iPhone, is het verlies van de fijnmazigere volgfunctie een teleurstelling. Als je DataMan Pro 6.1 al hebt en afhankelijk bent van deze functies, dan zou ik de update vermijden. Als je DataMan Pro voor de iPhone nog niet bezit, zal versie 6.3 je meer begeleiding bieden dan de in iOS ingebouwde rapportage en we hopen dat XVision in een toekomstige update om Apples beperkingen heen kan komen.
Lees reacties op dit artikel of plaats er een | Tweet dit artikel
App.net is het "freemium"-pad opgegaan. Het sociaal-netwerkplatform dat ontworpen is om versterkt te worden door ontwikkelaars van buitenaf heeft een focus op betalende klanten. Daarom lijkt het toevoegen van een gratis mogelijkheid een vreemde actie, maar de beperkingen op gratis gebruik zijn zinnig. Je kunt het vergelijken met de gratis en betaalde onderdelen van Dropbox. Gratis gebruikers moeten uitgenodigd worden door betalende bezitters van een account.
App.net kan foutief ingeschat worden als microblog-dienst zoals Twitter, met de ambitie om een volwaardig sociaal netwerk als Facebook te worden. Maar het bedrijf is andersom opgezet. Het belooft nooit om te schakelen op een zakelijk model dat door advertenties ondersteund wordt, staat ontwikkelaars toe elk bedrag te rekenen of elk zakelijk verdienmodel te hanteren voor hun software (en brengt geen tarief in rekening naast het abonnementsgeld voor ontwikkelaars van $ 100 per jaar) en zegt dat het alleen activiteiten zal inperken die kwaadwillend zijn of de stabiliteit van het netwerk in gevaar brengen.
Ik schreef voor het eerst over App.net op 28 augustus 2012 in "Nieuw sociaal netwerk App.net streeft naar meer dan chats en ads", uitleggende dat het hoewel het er om te beginnen uitziet als Twitter, de ambitie van App.net is alle leidingen aan te leggen voor de ontwikkelaars die op het platform willen bouwen zonder alle rommelige brokjes daaronder hoeven te maken. Denk aan App.net als een stad die gas, elektriciteit, riool, water en internet-aanvoer installeert en het aan de ontwikkelaars laat om zoveel huizen, hotels en kantoortoren te bouwen als ze willen op in wezen een oneindige hoeveelheid land. App.net verdient geld aan het leveren van nutsvoorzieningen, en legt geen andere regels op dan losse bouwreglementen.
App.net startte medio 2012 met een "crowdfunding"-project (zowel om geld op te halen als om te zien of er belangstelling voor was) waarin de jaarlijkse kosten voor een normale gebruiker op $ 50 werden gesteld. In oktober 2012 werd dit verlaagd naar $ 36 per jaar en werd er een maandabonnement van $ 5 ingevoerd om mensen de mogelijkheid te geven het te testen (zie "App.net verlaagt de kosten, software-opties groeien", 3 oktober 2012). En later gaf het betalende leden drie uitnodigingen om een gratis proefmaand aan vrienden te geven, zonder daar veel ruchtbaarheid aan te geven.
Een paar weken geleden kwam App.net met "File API", waarmee 10 GB aan opslag toegewezen wordt aan elke betalende gebruiker. Ontwikkelaars kunnen deze opslag gebruiken als een pool Cloud-gegevens die overal beschikbaar is. Tapbots heeft zijn nu gratis iOS-app Netbot geüpdatet om App.net-opslag te gebruiken voor het delen van foto's over het microblog-onderdeel van het netwerk.
Het gratis abonnement heeft een aantal beperkingen. Niet-betalende gebruikers kunnen slechts tot 40 andere mensen volgen en tot 500 MB aan gegevens opslaan (met een maximale grootte van 10 MB per bestand). Betalende gebruikers hebben uitnodigingen in hun accounts gekregen om aan anderen te geven. Van iedereen die eerder uitgenodigd geweest is voor een proefmaand is het account ook omgezet naar de kosteloze variant.
Dit is geen ongebruikelijk zakelijk model. App.net noemt Dropbox en github als voorbeelden en er zijn nog veel kleinere voorbeelden. Dropbox heeft een waardering van vele miljarden dollars, maar heeft zijn gratis/betaald-systeem behouden als hulpmiddel om mensen over te halen synchrone cloud-opslag te gebruiken. De gratis variant van Dropbox bevat een nette 2 GB aan opslagruimte (die uitgebreid kan worden door aanbevelingen en het uploaden van foto's), maar als je die grens benadert, is het een kleine stap naar het betalen van een maandelijks bedrag voor meer opslagruimte. Je hebt het nut van Dropbox dan al ingezien.
De aanpak via uitnodigingen is ontwikkeld om de toename van het aantal accounts van App.net in de hand te houden. Het bedrijf wil gewoonweg niet plotseling een miljoen gebruikers omdat dat niet in het belang is van het bedrijf, de gebruikers of de externe ontwikkelaars. Integendeel, het doel is langzame maar zekere groei, welke het bedrijf nu een beetje wil aansporen door het mensen makkelijker te maken te begrijpen of er een "daar" is. De nieuwsgierigen kunnen deelnemen, luisteren en discussiëren en alleen betalen als ze merken dat hun interesse het aantal van 40 mensen overstijgt.
Zoals ik aan het begin schreef, is App.net meer dan alleen een microblog-dienst. Dat is de duidelijkste functie en helpt uit te leggen wat de dienst doet. Je kan die kant samenvatten als "Het is als Twitter maar zonder het zakelijk model van Twitter dat ontwikkelaars uit die markt verdreven heeft".
Interessanter is wat er nog gaat komen. Verwacht meer en meer gevarieerde toepassingen die bouwen op de vele onderdelen van de infrastructuur van App.net (met nog meer onderdelen op komst die nog niet aangekondigd zijn) in meer ongewone manieren. Zo voegde App.net bijvoorbeeld maanden geleden privéberichtenverkeer voor groepen toe, waar nog nauwelijks gebruik van gemaakt wordt. Een fotodeel-dienst kan gelanceerd worden bovenop App.net (die ons uiteindelijk meer opslag gaat laten kopen als die er komt). En programma's kunnen App.net toevoegen als alternatief voor Twitter, Dropbox en andere integraties voor opslag, verificatie van commentaar en andere functies.
Ik heb er een hekel aan de toekomst te voorspellen maar ik denk dat we nog maar het topje van de ijsberg gezien hebben voor wat betreft wat ontwikkelaars kunnen doen met de diensten van App.net. Door niet-betalende gebruikers toe te laten laat App.net iets meer zien van die ijsberg.
Lees reacties op dit artikel of plaats er een | Tweet dit artikel
Eén van de meest spraakmakende publicaties van de laatste tijd is Napkin, een nieuwe beeldnotitie- en diagrammen-app van Aged en Distilled. Napkin beoogt visuele communicatie zo snel en eenvoudig te maken als krabbelen op zijn naamgenoot. Om de analogie te vervolmaken: de standaard achtergrond heeft de structuur van een servet [Engels: "napkin" - nvdv].
Napkin richt zich erop om visuele communicatie zo eenvoudig mogelijk te maken. In tegenstelling tot de meeste toepassingen in zijn klasse (en de meeste Mac-toepassingen in het algemeen) werkt Napkin vooral met gebaren, en voelt hij alsof hij op de iPad net zo thuis zou zijn als op de Mac. Het is moeilijk je voor te stellen dat er geen iOS-versie in aantocht zou zijn, maar afgezien daarvan is Napkin zo in lijn met het huidige Apple-denken dat hij beperkt is tot OS X 10.8 Mountain Lion en standaard in iCloud opslaat (en dus beperkt is tot de Mac App Store).
Er zijn drie manieren om een afbeelding te plaatsen op je servet: open een bestand, maak een schermafbeelding, of importeer een foto van een webcam. Schermafbeeldingen kunnen worden genomen van een geheel venster, of je kunt klikken en slepen om slechts een deel van een venster te selecteren. Je kunt op een bepaald servet zo veel foto's plaatsen als je maar nodig hebt.
Zodra je de afbeelding(en) hebt die je wilt, zijn aantekeningen intuïtief, en kunnen ze worden toegevoegd via menu's of de knoppenbalk, of door gebaren. Als je wat tekst wilt toevoegen, begin je gewoon te typen. Wil je iets duidelijk maken met een pijl? Klik, sleep, en teken een rechte lijn. Om een vorm te tekenen houd je de commando-toets ingedrukt en klik en sleep je hem op het gewenste formaat. Je kunt een object vergrendelen, en als je een pijl uit dat object sleept, blijft de pijl gekoppeld aan het object. Dus als je hem ontgrendelt en verplaatst, blijft de pijl aangesloten. Als je een lijn binnen een vergrendeld object tekent, maakt Napkin in plaats daarvan een meetlijn, met een tekstlabel hoeveel pixels die lijn lang is.
Al deze Napkin-eigenschappen kun je samen gebruiken om diagrammen te maken en zelfs mindmaps. Je kunt tekst rechtstreeks binnen in een vorm toevoegen, dus je kunt een wolkje tekenen, een gedachte toevoegen, en dan de wolk vergrendelen. Vervolgens kun je een pijl tekenen vanuit die gedachtewolk naar je volgende idee.
Afbeeldingen kunnen verfraaid worden met kaders, die enigszins fungeren als grenzen, en met achtergronden, maar de keuze is beperkt. Napkin geeft je zes kaders om uit te kiezen, maar er is geen manier om ze te aan te passen. Ik heb er nog geen gezien die ik echt leuk vindt. De twee die ik acceptabel vind zijn Simple en Photo. Dit zijn smaakvolle, zij het brede, witte randen. Er is ook het kader Capsule, dat de hoeken van het geselecteerde beeld afrondt. Drie van de rest zijn simulaties en doen dom aan: Thumbtack, Tape, en Paperclip. Elk van die drie plaatst een cartoonversie van zijn naamgenoot aan de bovenrand van een foto. Achtergronden zijn nog beperkter. Er zijn maar drie opties: Transparant, Wit, en de eerder genoemde Napkin, die lijkt op de structuur van een papieren servet.
Als een opgenomen beeld vertrouwelijke informatie bevat kun je dubbel-klikken om het te redigeren. Napkin zoomt in op waar je klikte en geeft je twee hulpmiddelen: een viltstift en een gommetje, die elk op verschillende groottes kunnen worden ingesteld. Hoewel dit een handige functie is, zou ik liever gewoon een zwarte rechthoek over de vertrouwelijke tekst maken. Met de hand gemaakte verbeteringen zien er altijd slordig uit.
Het vlaggenschip van Napkin is de Call-Out die als een vast vergrootglas fungeert. Hij wijst op details waar je de aandacht op wilt vestigen. Je maakt er een door op de Call-Out-knop te drukken ofwel een cirkel te tekenen. Vervolgens sleep je de Call-Out gewoon over het onderwerp dat je vergroten wilt en klik je er nogmaals op om hem te vergrendelen. Met Call-Outs en pijltjes maakt Napkin het gemakkelijk om de aandacht op onderdelen van de interface te vestigen.
Napkin is in wezen sociaal. Met de ingebouwde Share-knop kun je afbeeldingen verzenden naar Twitter, iCloud, Facebook, e-mail en nog veel meer. Eén van de slimste Napkin-functies is de File Pip, een knop in de rechter bovenhoek met het label ".png". Sleep die knop waar dan ook naartoe om een PNG-afbeelding van het huidige servet toe te voegen. Jammer genoeg is de File Pip niet perfect, want je kunt hem niet naar elk programma slepen. Hier bij TidBITS gebruiken we een op maat gemaakte app, genaamd ShotBOT om afbeeldingen te uploaden naar ons informatie-beheersysteem, maar het slepen van de File Pip naar ShotBOT werkt niet, noch werkt het met veel andere programma's. Als je echter een exemplaar hebt van DragonDrop, een handige app die fungeert als een bewaarcel voor bestanden en content, kun je een PNG van Napkin naar DragonDrop slepen en vervolgens naar een andere applicatie van je keuze. Jammer genoeg kun je niet direct kiezen hoe de resulterende PNG heet. Het is een combinatie van de naam van het servet en een tijdsaanduiding.
Ondanks het professionele prijskaartje mist Napkin 1.0.2 veel professionele en zelfs een aantal basisfuncties. Er is geen mogelijkheid om in of uit te zoomen, een essentieel onderdeel van een beeldbewerkingsprogramma. Het systeem heeft nog geen sneltoets om schermafbeeldingen te maken. De schermafbeelding-functie werkt goed genoeg met Mission Control, zolang Napkin een Desktop deelt met het venster waar je een schermafbeelding van wilt maken. Je kunt beelden groeperen, maar Napkin heeft geen lijnen, waardoor het moeilijk is om met precisie uit te lijnen. Ook kun je in Napkin geen uitsnede van een beeld maken. Terwijl je een deel van een venster kunt kiezen voor een schermafbeelding, kan Napkin, als het beeld eenmaal is genomen, er verder niets van afsnijden. Evenmin is er een gemakkelijke manier om alleen een schermafbeelding van specifieke elementen zoals menu's en dialoogvensters te maken.
Hoewel hij vrij innovatief is voor een Mac-programma, kan de bewegings-interface van Napkin toch vervelend zijn. Vaak tekende ik een pijl als ik een element wilde verslepen. Het kan ook moeilijk zijn te onthouden hoe je een pijl kunt oproepen in plaats van een maat op te nemen. Napkin probeert te raden wat je wilt doen maar raadt dit niet altijd juist. Ik hoop dat de makers van Napkin goed luisteren naar de reacties van gebruikers en deze scherpe kantjes weten weg te werken.
Ik wil Napkin graag leuk vinden. Hij is innovatief en slim bedacht en ik weet zeker dat hij uiteindelijk beter zal gaan worden. Maar momenteel kan ik het programma moeilijk aanraden. Temeer daar het momenteel $ 39,99 kost. Hoewel de eenvoud ervan het snel maken van diagrammen en notities leuk maakt, mist het de precieze controle die nodig is voor productiewerk. Ik zie wel gebruiksmogelijkheden voor snelle notities en projectbegeleiding op afstand, maar het geeft de gebruiker weinig controle over het uiteindelijke resultaat. Dus als je bijvoorbeeld afbeeldingen wilt voorbereiden voor een drukker met specifieke wensen, heb je waarschijnlijk weinig aan Napkin. Ik heb Napkin gebruikt voor de eerste afbeelding in "Webhosting van Squarespace 6: gebruiksgemak en ontwerp belangrijker dan gebreken" (8 februari 2013) maar de beperkingen in het uitlijnen en het maken van de randen van de afbeelding waren wel erg frustrerend.
Napkin kan een onmisbaar programma zijn voor een ontwikkelteam. De Call-Out-functie is een geweldige manier om kleine details te accentueren en dat alleen al zou voor sommigen het programma zijn prijs waard maken. Maar momenteel kan het waarschijnlijk niet in al je visuele communicatiebehoeften voorzien dus blijft het vooralsnog een hulpje naast andere programma's.
Lees reacties op dit artikel of plaats er een | Tweet dit artikel
De gratis TidBITS News-app, waarmee je de recentste TidBITS-artikelen kunt lezen en beluisteren, is een piepkleine microkosmos van bijna de gehele geschiedenis van iOS. En dat is nogal een geschiedenis. Als tropenjaren dubbel tellen, dan voelen de ontwikkelaarsjaren, het proberen om bij te blijven met een snel veranderend doel als iOS, meer aan als 20 keer zo lang. Deze app is net iets langer dan drie zonnejaren in het openbaar, maar het lijkt wel alsof ik al een heel leven heb besteed aan hem draaiend en bij de tijd te houden.
Een korte geschiedenis van de wereld -- Misschien moet ik mijn metafoor zelfs verder oprekken en zeggen dat de ontwikkelaarsjaren eerder rond de 200 miljoen jaar liggen. Dan zou ik de zes uitgebrachte versies van TidBITS News kunnen vergelijken met geologische aardlagen die een geschiedenis van ingrijpende veranderingen tonen. Enkele voorbeelden van waar we doorheen zijn gegaan (en wat we min of meer overleefd hebben) met TidBITS News:
Toen in december 2009 TidBITS News versie 1.0 uitkwam, waren de nieuwste apparaten de iPhone 3GS en de derde-generatie iPod touch. Ik had van die laatste er een paar maanden eerder eentje aangeschaft, met Apples glanzend nieuwe iOS 3.1, en ik was geïntrigeerd door zijn vermogen om het beste te maken van het weinige dat het had wat betreft snelheid, geheugen en schermoppervlak. Ik schreef TidBITS News deels om mijzelf te leren hoe te programmeren in deze vreemde nieuwe wereld van piepkleine, enkele vensters met aanraakinterfaces.
Qua architectuur bestond TidBITS News eenvoudig uit een index- en een detail-scherm. Op het index-scherm zie je een lijst met TidBITS-artikelen, elk met een titel en een samenvatting. Als je op een artikel uit de lijst klikt zie je de detail-weergave die het complete artikel bevat. Toch gebruikte het systeem, achter de schermen, het netwerk op een best slimme manier. De verhalen werden gedownload van een RSS-feed en ontleed door gebruik te maken van een opensource-bibliotheek. Via de detail-weergave kon je bovendien naar de online podcast van het artikel luisteren, als dat beschikbaar was. De index-weergave bevatte één heel innovatieve truc: de titels en samenvattingen en de rijen van de tabel waar die in zaten, konden onderling verschillen in hoogte. Ik kende geen andere app in die tijd die dat kon en ik was er trots op dat ik zo'n slimme truc had uitgevonden om dit voor elkaar te krijgen. Sindsdien heb ik de instructies ervan gepubliceerd en is het een vorm van interface die tamelijk algemeen wordt toegepast.
In april 2010 heeft Apple de iPad uitgebracht. Gelukkig bleven de iPhone-apps, met de kleinere schermmaat, in een soort emulatie-vorm draaien op de iPad. Het iPhone-scherm werd in zijn eigen grootte weergegeven (of op een, nogal lelijke, dubbele grootte). TidBITS News hoefde dan ook geen aparte iPad-versie te hebben, vond ik. Ik hoopte dat het zo voldeed, en ik er niets extra's voor hoefde te doen. Helaas liep de emulatie niet exact goed. De iPad draaide op iOS 3.2 terwijl de iPhone bleef draaien op iOS 3.1, een versieverschil tussen de apparaten dat Apple onredelijk lang heeft laten bestaan. Er waren verschillen in de wijze waarop de twee systemen identieke aspecten implementeerden en hoe ze reageerden op identieke code. (Het schokkendste voorbeeld was dat als je een schaduw maakte in iOS 3.1, diezelfde code in iOS 3.2 resulteerde in een schaduw de andere kant op! O Apple.., Apple!)
Dit verschil in gedrag van de systemen had consequenties voor TidBITS News: iOS 3.2 doorbrak mijn geliefde methode voor het dynamisch maatgeven van titels, samenvattingen en tabel-rijen in de index-weergave. Ik moest ineens snel een oplossing voor het probleem in elkaar knutselen. Ik herinner me nog dat ik bezig was het op te lossen, aan de keukentafel van mijn ouders in Princeton, New Jersey, er op los timmerend met een virtuele hamer. Uiteindelijk, linksom of rechtsom, kwam ik met een code die werkte op beide systemen en op beide soorten apparaat. Versie 1.1 van TidBITS News, met deze oplossing erin, kwam uit in juni 2010.
Rond die tijd kwam Apple met een nieuwe revolutie: de iPhone 4. Dit bracht twee enorme veranderingen met zich mee. Ten eerste kreeg het scherm een verdubbelde resolutie. Dit maakte dat de tekst in TidBITS News er fantastisch uitzag, maar de grafische elementen heel lelijk. Ten tweede, en dat was een verandering met veel verdergaande consequenties, kwam tegelijk iOS 4 uit, met multitasking. Dit betekende, zoals ik destijds heb uitgelegd ("Wat is snel-app-wisselen?", 23 juni 2010), dat een app in de wacht werd gezet in plaats van gestopt wanneer de gebruiker terugging naar het thuisscherm of wisselde naar een andere app. Overigens kon de app die in de wacht stond, zonder nadere melding, daarna toch blijken gestopt te zijn. In augustus 2010, brachten wij versie 1.2 van TidBITS News uit, waarin multitasking was ingebouwd, met verdubbelde resolutie voor de grafische elementen (tegelijk met enige vervelende schermutselingen in en om de App Store; zie "Verduidelijking van verwarring over versies van de TidBITS News-app", 21 augustus 2010).
Versie 4.0 van iOS draaide op de iPhone, zowel als op sommige oudere modellen iPhone en iPod touch, maar niet op de iPad. Deze was nog blijven steken bij iOS 3.2 en had dan ook nog geen multitasking of andere vernieuwingen van iOS 4. TidBITS News, ontworpen om ofwel op de iPhone ofwel op de iPad te draaien (al weigerde de AppStore onze app te distribueren), bevatte een heleboel heel slordige code. De code moest door een aantal bochten en omwegen springen om te weten op welk systeem het draaide en daar dan op te reageren. Ik vond deze situatie weerzinwekkend (er is geen aardiger manier om het uit te drukken). Terwijl Apple door ging zijn ontwikkelaars de virtuele middelvinger te geven, werd de situatie pas opgelost toen wij Apple dezelfde virtuele middelvinger als antwoord gaven. Zoals Achilles in zijn tent, zou ik weigeren eruit te komen maar doorvechten totdat aan mijn voorwaarden voldaan was: Apple moest eerst de systemen gelijktrekken voor de verschillende apparaten. Tenslotte, in november 2010, na een dramatisch valse start, bracht Apple iOS versie 4.2.1 uit, die draaide op de iPad en ook op alle apparaten die daarvóór op iOS 4.0 draaiden. Nu moest Achilles uit zijn tent komen en vechten. Toen ging ik verder en maakte ik TidBITS tot een "universele" app, wat inhield dat het twee interfaces had: één die geladen werd voor een scherm met iPhone-afmetingen en een andere voor de iPad.
Versie 1.3 van TidBITS News werd in december 2010 uitgebracht. Er zat nog heel wat hink-stap-sprong-code in, maar dit was ander soort hink-stap-sprong-code. In plaats van een ander gedrag op de verschillende systemen was er nu ander gedrag op de verschillende apparaten. Niet omdat de systemen verschillende mogelijkheden hadden maar omdat de architectuur van de interface verschilde tussen de apparaten. Op de iPhone was het index-scherm de eerste weergave van de navigatie-interface en de detail-weergave de tweede, die de eerste verving. Op de iPad waren beide tegelijkertijd zichtbaar als linker- en rechterpaneel van een gesplitste weergave. (Dat was zo in horizontale weergave. In de portret-oriëntatie was het index-scherm een hinderlijke "pop-over", want dat was hoe iOS 4 gesplitste weergaven had geïmplementeerd). Omdat de iPad groter was, bood die ruimte voor hogere rijen in een tabel, en de schermruimte was niet zo krap dus kon een artikel worden weergegeven met grotere afbeeldingen en bredere kantlijnen.
Kort na het uitkomen van versie 1.3 kwam een zeldzame geheugen-bug aan het licht. Na enig geëxperimenteer kwam ik erachter dat het uiteindelijk niet mijn bug was (het had te maken met die ongelooflijk irritante pop-over) en dat ik alles had gedaan wat ik kon om het te tegen te gaan. Bovendien bouwde ik, op suggestie van een lezer, een nieuwe vorm van audio-beheer in: wanneer de gebruiker naar achtergrondmuziek luisterde op het moment dat TidBITS News naar de voorgrond kwam, stonden we toe dat de gebruiker van die achtergrondmuziek kon blijven genieten, maar als de gebruiker dan naar één van onze podcasts wilde luisteren, dan lieten we de achtergrondmuziek pauzeren. Versie 1.4 van TidBITS News kwam uit in februari 2011 ("TidBITS News App 1.4 veroorlooft audio op de achtergrond", 18 februari 2011).
En zo bleef alles bijna twee jaar onveranderd voor wat betreft TidBITS News. In de wereld van Apple liep alles echter verder zoals gewoonlijk. iOS 5 (oktober 2011), en vooral iOS 5.1 (maart 2012) introduceerden innovaties die ik in TidBITS News wilde gebruiken (zie "Wat betekent iOS 5 voor ontwikkelaars en dus voor jou", 17 oktober 2011), maar maakten niet echt iets stuk, zodat ik geen echt excuus had om een nieuwe versie te schrijven. Op de iPad van de derde generatie (maart 2012), met zijn Retina-scherm, zag onze tekst er nog beter uit. We hadden al illustraties met dubbele resolutie (behalve voor het symbool van de app zelf), en er was dus geen reden voor paniek. Dan introduceerde iOS 6 (september 2012) nog meer verlokkelijke innovaties (zie "Hoe iOS 6 van invloed is op ontwikkelaars - en ook op jou", 25 september 2012). Bovendien bood het me het excuus waar ik op wachtte: de techniek waarmee ik tekst in tabelrijen met variabele hoogte plaatste werkte niet meer perfect, en de app kreeg natuurlijk zwarte balken op het grotere scherm van de nieuwe iPhone 5. Ik verdomde het om ooit nog opnieuw allerlei kunstgrepen uit te halen om een versie te maken die op twee systemen draait, en ik legde me erbij neer dat ik TidBITS News volledig van nul als een zuivere iOS 6-app zou herschrijven. Na een uitdrukkelijke waarschuwing in "Download nu de TidBI