Een aantal dagen bereikte ik de semi-magische leeftijd van zestien. Ik was met een groep mede-leerlingen in de Ardennen, het was Siberisch koud en het regende, en mijn moeder stuurde me een grote fles bier op. Ik moest direct denken aan een beeld van Harry Mulisch in een grote, bruine stoel terwijl hij bier dronk. Enigszins werd ik nostalgisch naar het oude, onbezorgde leven toen ik ook nog dagelijks hierzo schreef.

Sinds ik het gevoel heb dat ik iets ouder word, gaat de tijd ook snel en hunker ik naar tijden die ik zelf helemaal niet heb meegemaakt. Ik ben een groot fan geworden van Joy Division en Bob Marley, terwijl ik deze twee stijlfiguren van een periode niet eens zelf heb meegekregen. Mijn interesse in de Sovjet-Unie en het voormalige Oostblok is buitensporig groot geworden terwijl ik nog niet eens een vrucht was toen de Berlijnse muur viel.

Gisteren werd ik voor het eerst in mijn leven om mijn legitimatiebewijs gevraagd in de supermarkt en voor het eerst in mijn leven kon ik gewoon mijn ID laten zien zonder te hopen dat de bliepmiep niet zag dat het vals was, of dat ze verkeerd keek. Toen ze mijn ID zag, keek ze even naar me en knikte ze.

En nu heb ik zin om te dansen.

*) Looked in the mirror, saw I was wrong,
If I could get back to where I belong, where I belong.
Joy Division - Something Must Break (Still, 1981)

Dit stukje heet Hoe ouder ik word. ΒΆ

nog meer onzin ←



spacer
gipoco.com is neither affiliated with the authors of this page nor responsible for its contents. This is a safe-cache copy of the original web site.